donderdag 17 april 2014

Vaslav, geschreven door Arthur Japin

Arthur Japin


Arthur Japin is geboren in 1956. Hij woonde in Haarlem en studeerde daar aan het gymnasium, om vervolgens de studie Nederlandse taal en letterkunde te gaan volgen. Na deze studie ging Japin naar de theaterschool waar hij in 1982 afstudeerde. Arthur Japin had een zware jeugd gehad. Hij werd veel gepest, zowel geestelijk als lichamelijk, en toen hij twaalf was pleegde zijn vader zelfmoord. Door al deze gebeurtenissen schepte Arthur Japin een soort fantasiewereld om zich heen, als vlucht uit de realiteit. In 1996 debuteerde Arthur Japin met: "Magonische verhalen", een verhalenbundel. Later volgden de boeken: "De zwarte met het witte hart", "de vierde wand", "de droom van de leeuw", "een schitterend gebrek" en nog meer. Nu woont Arthur Japin samen met twee andere mannen, waar hij een relatie mee heeft. Voor meer informatie, en al het werk van Arthur Japin, klikt u hier. Voor een samenvatting van het boek "Vaslav", klikt u hier

Je ziet een heel duidelijk verband tussen Arthur Japin en de thema's waarover hij schrijft. Arthur Japin was veel gepest, hij is altijd een buitenbeentje geweest. Hij schrijft voornamelijk over mensen die niet bij de massa horen, dus ook over buitenbeentjes. In het boek "Vaslav", merk je dit ook weer op. Vaslav was een ontzettend goede danser, maar sociaal was hij erg moeilijk, Vaslav kreeg veel psychische problemen. Hij was dus anders dan de "massa". Een andere belangrijke overeenkomst is, is dat Vaslav een relatie met een man had, wat in die tijd een absoluut taboe was. Arthur Japin is homoseksueel, hier is dus ook een verband te zien. 

Thematiek

In het boek "Vaslav" komen verschillende thema's aan bod, een hiervan is schizofrenie. Vaslav had een enorm talent voor dansen. Hij was een legendarisch danser, wanneer hij sprong, leek het alsof hij even in de lucht bleef hangen. Maar verder was hij zo gek als een deur. Op het podium leefde hij op, maar daarbuiten was hij net een klein kind. Toen zijn vrouw hem meenam, nadat Vaslav had verklaard dat hij nooit meer zou gaan dansen, naar de dokter werd er "ongeneesbare schizofrenie" geconstateerd, en Vaslav werd in een gekkenhuis geplaatst. Persoonlijk vind ik het belachelijk dat Vaslav zo in een hokje werd geduwd, en in een gekkenhuis werd gezet. Tuurlijk, hij was anders, hij was sociaal moeilijk, had psychische problemen, en had veel verzorging nodig. Maar het feit dat iemand anders is, maakt die persoon nog niet meteen gestoord! Vaslav had zijn eigen opvattingen, mensen moesten, volgens hem, meer liefde tonen. Ik denk, dat wij hier allemaal wat van kunnen leren. Vaslav dacht veel simpeler, maar ook veel gerichter. Waarom doen mensen zo gehaast? Waarom vinden mensen je gek als je buiten iemand aanklampt om diegene te vertellen dat het leven zo mooi is? Vaslav had een prima leven bij zijn vrouw, hij kreeg de verzorging die hij nodig had, en was dolblij met zijn vrouw en zijn dochtertje. Tuurlijk had Vaslav ook psychische hulp nodig, maar wel aangepast naar hem. Vanaf het moment dat hij in de kliniek terecht kwam, ging het bergafwaarts met Vaslav. Het is dus niet alleen een ontzettend rare en ongefundeerde constatering, dat Vaslav opgenomen moest worden in een kliniek, maar het heeft hem ook nog eens helemaal niets geholpen. Integendeel zelfs! Ik vind het goed dat dit thema aan bod kwam, omdat dit een thema is dat nu ook speelt. Niet zó erg natuurlijk, maar er moet wel aandacht voor blijven. Mensen een label opplakken is misschien handig voor behandelingen, maar we moeten altijd kritisch blijven kijken of deze behandeling ook echt werkt, bij elk individu is dat namelijk anders.


Stijl

Arthur Japin heeft "Vaslav" geschreven vanuit drie perspectieven. Vanuit het perspectief van Peter, de dienstbode, hij kijkt wat nuchter, maar toch zeer betrokken toe. Hij is ook degene die als eerste doorhad dat er iets misging met Vaslav, helaas geloofde niemand hem, want hij was "maar een dienstbode". Het volgende deel is vanuit het perspectief van Sergej Pavlovitsj, de ex-geliefde van Vaslav. Hij houdt nog steeds ontzettend veel van Vaslav en ziet Vaslav zijn huidige partner, de vrouw van Vaslav, als Vaslav zijn ondergang. Het derde deel van het verhaal is geschreven vanuit het perspectief van Romola, Vaslav is haar leven, en zij doet er alles aan om Vaslav te laten dansen. Het laatste deel is weer geschreven vanuit het perspectief van Peter. Ik vind het heel knap hoe Arthur Japin zich zo in kan leven in deze drie, totaal verschillende, personages. De manier waarop hij de woorden van personages kiest, en hoe hij hun gedachtes neerzet, is werkelijk geweldig. Wat ik ook heel mooi vind, is hoe de verleden-heden structuur is opgebouwd, het loopt een beetje door elkaar heen. Toch weet je bij elk stukje van het boek precies waar in Vaslav's leven je je bevindt. Arthur Japin heeft er bewust voor gekozen om geen biografie te schrijven, maar meer het verhaal om Vaslav Nijinski heen. Ik vind dat een ontzettend goede keus. Naar mijn mening krijg je zo een veel beter beeld van wat voor een impact Vaslav, als persoon en als danser, toen heeft gehad.   

Verbeteringen

Ik vind het heel moeilijk om verbeterpunten aan te geven, dat komt omdat Arthur Japin een van mijn favoriete schrijvers is en omdat het boek Vaslav, al een paar jaar, mijn lievelingsboek is. Als ik dan toch een verbeterpunt moet aangeven, zou dat het volgende zijn: In het boek lees je veel hoe mensen over Vaslav denken, maar wat soms een beetje mist zijn Vaslav's eigen gedachten. Ik zou het fijn hebben gevonden als Arthur Japin een klein stukje van het dagboek van Vaslav (Vaslav begon met zijn dagboek toen hij stopte met dansen en praten) in het boek had verwerkt, zodat je je misschien je een beetje beter kan verplaatsen in Vaslav. Een ander dingetje is hét belangrijke punt in het boek, hét moment waar het allemaal om draait. Dat is het moment dat Vaslav besluit om nooit meer te dansen, midden op het podium stopt hij tijdens zijn voorstelling, en zegt: "En nu is het kleine paardje moe". Dit moment wordt, in Peter zijn beleving, niet heel uitgebreid beschreven. Dat vind ik jammer, want Peter had het aan zien komen. De moment ervoor en de momenten erna kwamen wel aan bod, maar hét moment niet heel sterk. Ik had het fijn gevonden als dat moment wat duidelijker beschreven werd, en misschien wat meer vanuit Vaslav zelf. Verder zie ik geen minpunten, de spanningsboog is goed, het verhaal is fantastisch, evenals de schrijfstijl.

Nieuw einde

Als ik zelf het einde van het boek zou mogen schrijven, zou ik kiezen voor een stukje waarin Vaslav het moment beschrijft dat hij stopt met dansen. 

Ik kan het niet meer, nooit meer. Laat ze maar praten en doen, maar ik dans niet meer. Deze wereld begrijpt mij niet, en ik begrijp deze wereld niet. Langzaam stop ik met mijn bewegingen. Ik kijk de zaal in, deze mensen willen mij alleen zien bewegen. Ze willen sprongen zien, maar niet mijn dans. Mijn dans heeft een verhaal, en de sprongen spelen daarbij een rol. Maar niemand wil mijn verhaal horen, niemand luistert wanneer ik het vertel in mijn dans. Mensen willen zien hoe ik boven de grond hang. Alleen de wonderen willen zij zien, maar de wonderen zitten niet in mijn sprongen, de wonderen zitten in het verhaal. In het verhaal van de liefde. "En nu is het kleine paardje moe" komt er uit mijn mond, ik laat mijn handen zakken en blijf zo een tijdje staan. Wat is het nou allemaal nog waard? Waarom ziet niemand wie ik ben? Mensen zien wat ze willen zien, mensen leven zoals zij denken dat dat moet. Niemand lijkt mij te begrijpen. Ik wil dat mensen liefhebben. Heb de wereld lief, heb elkaar lief! Kijk niet naar mij, kijk niet naar mijn sprongen. Kijk naar binnen, kijk naar mijn verhaal en hoor het! Iedereen is boos. Boos omdat ik mijn voorstelling niet heb afgemaakt. Niemand zegt het, maar ik voel het, ik weet het. Zoveel mensen zijn hier naartoe gekomen, zoveel moeite is gedaan. Romola, mijn lieve Romola. Zij heeft zoveel geregeld, het eten, de zaal en nog veel meer. Ik hou van haar, ik hou van haar. Maar ook zij ziet mij niet. Zij ziet ook niet wat mijn verhaal is. Peter is ook lief. Peter zei dat het goed was zo. Misschien snapt Peter mij nog het beste van iedereen, al laat hij dat niet merken, niet aan de buitenwereld. Het enige dat ik nu nog wil is slapen, het liefste de rest van mijn leven. Mensen zijn rare personen. Ik wil niet meer praten met mensen, ze luisteren toch alleen maar naar zichzelf. Ik had het niet door, toen *Sergej mijn voeten begon te wassen. Hij praatte tegen mij, dat voelde vertrouwd. Toen zag ik Peter de houtblokken sjouwen. Zoals hij dat altijd deed, zo toegewijd en geconcentreerd. Hij heeft het nooit willen geloven, maar dit is mooi. Dit ik kunst. Ik stond op en imiteerde zijn poses. Peter keek mij raar aan, hij snapte mij niet. Toch heb ik het geprobeerd. Ik, Vaslav Nijinski heb geprobeerd de wereld te bereiken en te begrijpen, en ik heb gefaald. Maar het is goed zo. Het is goed zo.

*Sergej= de (mannelijke) ex van Vaslav Nijinski


maandag 14 april 2014

Godfried Bomans: Erik of het klein insectenboek

Godfried Bomans



Erik of het klein insectenboek is geschreven door Godfried Bomans. Godfried Bomans is geboren op 2 maart in 1913 in Den Haag en groeide op in Haarlem. Hij komt uit een streng katholiek gezin. Na de basisschool, toen de tijd nog de 'lagere school', ging Godfried Bomans naar het gymnasium waar hij begon met schrijven. Hij schreef stukken voor in de schoolkrant en schreef in de vijfde klas een heel toneelstuk. Godfried Bomans zijn echte literaire debuut waren poëzie artikelen die hij schreef voor het literaire tijdschrift: "het venster". Na het gymnasium begon Godfried Bomans aan een rechtenstudie in Amsterdam. Het schrijven bleek belangrijker te zijn dan zijn studie, dus hij stopte met rechten. Zijn eerste boek, "Pieter Bas", kwam uit en werd meteen een groot succes. Godfried Bomans ging wijsbegeerte (psychologie) studeren in Nijmegen en schreef daar ook de roman: "Erik of het klein insectenboek". In 1941 verloofde Godfried Bomans zich met Gertrud Maria, ookwel 'Pietsie' Verscheure. Ook speelde hij in dit jaar voor het eerst Sinterklaas in de optocht in Nijmegen. Godfried Bomans trouwde in 1944 op 12 april met Pietsie Verscheure, maar door de oorlog werd het kerkelijk huwelijk uitgesteld. Op 17 augustus in 1945 trouwde het stel ook in de kerk. Uit dit huwelijk werd 1 kind, een dochter, geboren in 1960. Haar naam is Eva. Godfried was 58 jaar oud toen hij op 22 december 1971 stierf aan een hartaanval. Hij had toen 62 boektitels op zijn naam staan. 


Bronnen: wikipedia.nl en Godfried Bomans

Lofrede "Erik of het klein insectenboek"

Het boek "Erik of het klein insectenboek" is naar mijn mening een ontzettend geslaagd boek. Godfried Bomans weet het verhaal zo op papier te zetten dat mensen van verschillende generaties ervan kunnen genieten. Het verhaal is redelijk kinderlijk, een klein jongetje komt in een insectenwereld terecht en beleefd daar allerlei avonturen, maar de schrijfstijl is humoristisch en pakkend. Godfried Bomans heeft een ouderwetse maar ontzettend grappige manier van schrijven. Hij beschrijft situaties heel precies, dat maakt het prettig om te lezen. Het boek is geschreven vanuit het perspectief van een soort "alwetende". Vaak wordt er aan het begin van een hoofdstuk in grote lijnen verteld wat er gebeurt, dat maakt je nieuwsgierig. Vanaf het begin van het boek zit je helemaal in het verhaal, je leeft mee met Erik. Ook kan je je, al is dat eigenlijk heel absurd, precies voorstellen hoe Erik zich opstelt in de benauwde situaties waar hij in vast komt te zitten. In dit boek is een reflectie naar de hedendaagse maatschappij verwoven. Erik ondervind dat de mens misschien niet het middenpunt van het universum is, de doodgravers, bijvoorbeeld, zien zichzelf ook zo. En wanneer Erik aan de mieren verteld dat hij een mens is, wordt er een toost uitgebracht op deze "schrandere insecten". Zo wordt maar weer duidelijk dat iedereen beredeneerd vanuit zijn eigen beleefwereld. Ik denk dat Godfried Bomans aan de hand van de kleiner wordende verschillen tussen Erik en de insecten wilt aanduiden dat wij als mensen ook niet zoveel van elkaar verschillen, al lijken de kloven tussen bepaalde bevolkingsgroepen soms heel groot. Kortom, Erik of het klein insectenboek is een boek dat eigenlijk iedereen gelezen zou moeten hebben. Alles zit er in, humor, een spannende verhaallijn, en een deel om over na te denken. Lezen dus!