zondag 8 maart 2015

Aan niemand vertellen

Aan niemand vertellen, Simone van der Vlugt


Simone van der Vlugt staat bekend om haar spannende en meeslepende thrillers, heerlijk om te lezen. ‘Aan niemand vertellen’ werd mij dan ook meteen aangeraden door een vriendin. Behalve dat het een spannend boek is, krijg je ook nog een inkijkje in een moeilijk te begrijpen, psychische ziekte.

Vanaf pagina één is dit al een spannend boek, het verhaal grijpt je meteen aan. Simone van der Vlugt weet heel goed een spanningsboog te creëren die aan het begin al voelbaar is. Er wordt een lijk gevonden, niet zomaar een lijk, nee, deze man is heftig toegetakeld. De rechercheur die hierop afgaat heeft (natuurlijk) zelf ook het een en ander meegemaakt en worstelt hiermee tijdens het onderzoek. Wat ik leuk vind aan deze thriller, is dat je al heel snel weet wie de moorden pleegt, maar toch is het spannend. Wil je dit voor elkaar krijgen heb je natuurlijk een groot schrijftalent nodig.

Daarbij geeft dit boek je, naar mijn mening, best een realistische inkijk op de werkvloer van de politie. Natuurlijk zijn de moorden die er hier aan de lopende band plaats vinden in het echte politieleven uitzonderlijk en krijg je in dit boek niks mee van alle oersaaie administratieve bezigheden, maar toch vind ik dat het een idee geeft van het proces waarin een moord wordt opgelost. Voor het schrijven van dit boek heeft Simone van de Vlugt van ook goed onderzoek gedaan.

De stijl waarin Simone van der Vlugt schrijft is makkelijk te begrijpen en lekker om te lezen. Niet te veel moeilijke woorden en heldere dialogen. Simone van der Vlugt kiest precies de woorden die het interessant maken, maar vooral ook spannend. Dit merk je al in de allereerste twee zinnen van het boek: ‘De man staat op het dak van het flatgebouw, gevaarlijk balancerend op de rand. Het is een mistige, koude ochtend begin december, vanaf de grond is hij nauwelijks te zien.’ Dat het mistig en koud is, geeft je een beeld van hoe die man daar staat, dat maakt dat je het beter voor je ziet. Verder zitten er geen poëtische of morele bedoelingen verstopt in haar schrijfstijl (of ik heb ze niet opgemerkt), de stijl is ondergeschikt aan haar verhaal.

Op het eerste gezicht lijkt dit een literaire thriller zoals er veel van zijn. Een ingewikkelde moordzaak die uiteindelijk, in een spannende ontknoping wordt ontrafeld. Dit is ook zo, toch is het boek mij wel bijgebleven, niet om de spanning of het verrassende einde, maar op de psychologische kant van het verhaal: Maaike heeft een persoonlijkheidsstoornis, ze heeft eigenlijk twee persoonlijkheden. Aan de ene kant de lieve Maaike, maar aan de andere kant de boosaardige Tamara die alle moorden pleegt. Ik kende deze ziekte wel, maar wist er niet zo veel van, dit boek heeft mij er een duidelijker beeld van gegeven. Het omschrijven van deze psychische ziekte heeft ervoor gezorgd dat dit boek tóch origineel is.


Een boek om lekker weg te lezen, spannende verhaallijnen en interessante mensen. Hoewel ik `Aan niemand vertellen´ geen hoogwaardige literatuur vind, heb ik dit boek met heel veel plezier, in een adem uit gelezen!

Gebroken familie


Kom hier dat ik u kus, van Griet op de Beeck

Bij dit boek werd ik meteen gegrepen door de titel: ‘Kom hier dat ik u kus’. Het verraad namelijk nog niks over het verhaal, behalve dat het in het Vlaams is geschreven en een poëtische kant opgaat. Een prachtige liefdevolle titel ook, het heeft iets bijna kinderlijks. Nadat ik het boek gelezen had, ben ik drie recensies (1,2,3) gaan lezen. Met behulp hiervan vond ik mijn hoofdthema’s:

Ik denk dat een van de hoofdthema’s uit dit boek zoeken naar je plek in de familie is. Het boek gaat over Mona, een slim meisje van negen in een gezin dat langzaam uit elkaar valt. Haar, strenge, maar toch soms stiekem ook wel liefdevolle moeder sterft. Waar Mona nog het meest mee zit is dat ze niet moest huilen, ze lijkt meer bezig met hoe ze zich in deze situatie plaats moet geven dan het werkelijke missen van haar moeder. Er komt een ‘nieuwe mama’ en om haar niet te kwetsen wordt er geen woord meer gesproken over Mona’s biologische moeder (‘mijn mama’, zoals ze haar zo liefdevol noemt). Niemand lijkt zich raad te weten met de positie waar ze in zijn gekomen, de vader van Mona is het grootse deel van de tijd aan het werk en gaat ervan uit dat Marie, zijn nieuwe vrouw, de opvoeding op zich neemt. Hij vlucht als het ware. Marie is ontzettend egocentrisch en tegelijkertijd heel erg bang dat de kinderen haar niet mogen, alles wordt haar te zwaar. Mona vindt alles heel verwarrend, een vreemde vrouw die ze mama moet noemen, terwijl haar eigen moeder net overleden is? Ze begint zich steeds meer te bemoeien met haar broertje en wordt vroeg al ontzettend wijs. Het hele boek is geschreven uit het perspectief van Mona, eerst als negenjarige. Je merkt aan de zinnen die ze maakt dat ze duidelijk een kind is, al is het soms wat geforceerd. Toch zijn de beelden zo mooi, echt hoe een kind zo’n situatie ervaart. Helemaal aan het begin van het boek gaat Mona kijken bij de auto waarin haar moeder is overleden, op de ‘autobegraafplaats’, zo kinderlijk als ze dit beschrijft, zo heftig is dit tegelijkertijd. Wat moet zij nu en hoe kan zij een goede dochter zijn? Wanneer Mona ouder wordt is de vraag juist, hoe kom ik los van deze benauwende familie? En hoe wordt ik volwassen? 

Ook gaat dit boek over trauma’s en hoe je deze verwerkt. Het is duidelijk dat Mona een trauma op heeft gelopen toen haar moeder overleed. Dit trauma heeft zij, zeker aan het begin van haar leven, niet kunnen verwerken. Er kwam gewoon ‘vervanging’ en verder werd er niet meer over gesproken. De rest van haar leven leeft zij met een schaduwzijde van haar onverwerkte trauma en natuurlijk haar veeleisende stiefmoeder. Tot aan het einde van het boek vlot het niet zo tussen deze twee. Marie had hoge verwachtingen van de intelligente Mona, wanneer zij deze niet waarmaakt wordt zij niet helemaal meer goedgekeurd. 

Moeilijke familierelaties geschreven uit het perspectief van de dochter, eerst negen, toen vijfentwintig en tot slot vijfendertig. Een prachtig, bijna poëtisch portret waarin je de pijn en het verdriet van deze kapotte familie heel duidelijk voelt.

donderdag 5 maart 2015

Gerard Reve: De ondergang van de familie Boslowits

De ondergang van de familie Boslowits



Het is geen toeval dat ik juist over de debuutroman van Gerard Reve, wereldberoemd in Holland, een tekstbeschouwing schrijf. Ik heb meer boeken gelezen van deze literaire held, maar ik wilde graag weten waar dit alles begon. Dit boek wordt door critici niet beschouwd als zijn beste boek en dat maakte mij zeer nieuwsgierig. Het boek gaat over, je raadt het niet, de ondergang van de familie Boslowits, een Joodse familie in de tweede wereldoorlog. Een dramatisch verhaal waarin een compleet gezin sterft. De structuur van het boek is helder, geen flashbacks of een ingewikkeld tijdsverloop, maar het is een chronologisch verhaal. De dramatische historie van de familie Boslowits wordt zeer nuchter omschreven, uit het perspectief van de zevenjarige buurjongen. Voor een zevenjarige jongen is de schrijfstijl ontzettend sjiek en ouderwets. Emoties worden ook niet voorgekauwd in dit boek, er staat beschreven wat er gebeurd en hoe andere personages hierop reageren, maar niet hoe erg het wel niet is. Ook staat nergens in dit boek dat de familie Joods is, misschien waren ze wel communisten of een andere vervolgde groep. Toch denk ik dat de familie Boslowits Joods was, dit merkt je in kleine stukjes tekst. Op een geven moment was er een razzia in Amsterdam en de zoon Boslowits, Hans, is weg. Tante Jaanne, moeder Boslowits vraagt aan Simon of hij hem op wil halen. Waarom het voor Simon niet gevaarlijk is om naar buiten te gaan wordt niet uitgelegd, dit is typerend voor Reve’s insteek in deze roman. Ik denk dat het verzwijgen een manier van Gerard Reve was om er juist extra de nadruk op te leggen. Gerard Reve heeft zich gedurende zijn hele leven heel kritisch geuit, daarmee heeft hij voor veel politiek debat gezorgd. Hij deed racistische, godslasterende en homofiele uitingen. Wat ik gek vind, is dat je dat totaal niet terugziet in dit boek, eigenlijk staat er géén kritische uitlating in. De werkelijkheid wordt tot in detail beschreven, wat overigens wel erg naturalistisch is, maar er wordt geen enkele mening duidelijk! De kracht van het boek zit ook hierin, het zelfs moeten nadenken, omdat er zo weinig meningen en kritische opvattingen in staan, kan je veel beter die van jezelf vormen. Ik vond het een heel bijzonder oorlogsboek, in elk ander boek over de oorlog dat ik heb gelezen wordt de ernst van de zaak benadrukt, maar in dit boek wordt de oorlog op een compleet andere manier benadert. De oorlog in het alledaagse leven. De tragiek van het boek heeft mij zeer geraakt, in de kleinste details voelde ik de ernst van de oorlog, in de terloopse zinnen merkte ik de hopeloosheid. Je kan duidelijk zien dat dit boek een typisch naoorlogs boek is. Het gaat namelijk, heel simpel, over de oorlog, dat is het absolute onderwerp, al wordt het niet benoemd. Het is geen optimistisch boek dat bijdraagt aan de wederopbouw, in tegenstelling tot wat de wat oudere schrijvers in deze tijd graag gezien hadden, maar een precieze beschrijving zonder teveel poespas. Ik moest er even aan wennen, maar ik vind het zeker een heel goed boek!

woensdag 4 maart 2015

Normaal is zo gek nog niet

Kaas, van Willem Elsschot



In het boekje Kaas is er één hoofdpersoon, alles draait om Frans Laarmans. Frans Laarmans is een man van middelbare leeftijd, hij heeft een vrouw en kinderen en een simpele baan als klerk (ambtenaar) bij the shipbuilding company. Hij leidt aanvankelijk een burgerlijk, bijna deuzig bestaan. Naarmate het boek vordert, leer je dit karakter steeds beter kennen. Frans Laarmans is manipulatief, maar onbewust. Zonder dat hij het zelf merkt, raakt hij onder de indruk van de mannen die hij eerst maar een stelletje hoge pieten vond. Hij wil hier zelfs heel graag bij horen. Daarbij is Frans Laarmans een figuur die geen nee kan zeggen. Het liefste is hij niemand tot last en stelt hij niemand teleur. Dit komt ook een beetje voort uit gemakzucht. Ja zeggen op vragen is nu eenmaal gemakkelijker dan nee zeggen en je verantwoorden. Ook is Frans Laarmans impulsief, voor je het jezelf, als lezer, goed beseft heeft meneer zich volop in zijn kaashandel geworpen. Hij stort in het diepe, en hoe. Wat mij opviel is dat ik me maar nauwelijks kon vinden in dit toch wat onbeduidende figuur. Hij blijft een beetje oppervlakkig en lijkt nergens een echte passie voor te hebben, ook niet voor zijn vrouw en kinderen. Hij verandert al snel in het boek. Hij begint als een eenvoudige man, die blij is met zijn eenvoudige leven. Via zijn broer, een welgeleerd man, komt hij in aanraking met meneer Schoonbeke en een heel stel rijke figuren. Hoe meer hij met deze mensen omgaat, hoe ijdeler Frans Laarmans wordt. Je merkt het in de manier waarop hij tegen zijn vrouw en kinderen praat, maar vooral in zijn veranderende schrijfstijl. Hij gebruikt duurdere woorden en denkt neerbuigender over andere mensen. Vooral met zijn vrouw zie je in dit boek een duidelijke worsteling, eerst ziet hij haar als gelijke en als zijn geliefde. Wanneer hij “belangrijk” wordt, begint hij steeds geringschattender tegen haar te praten, maar tegelijkertijd beseft hij hoezeer hij haar nog steeds nodig heeft. Uiteindelijk “stort de kaastoren in”. Frans Laarmans was meer bezig met het inrichten van zijn kantoor en het bedenken van een passende naam, dan het werkelijk verkopen van de twintig ton kaas. Zoals alles, wil hij dit het liefste zo stil mogelijk houden en hij keert terug naar the shipbuilding company, waar hij met meer liefde dan ooit tevoren weer aan de slag gaat, tevreden met zijn normale bestaan.